Artificial intelligence project om MRI-scans te versnellen ontvangt 2 miljoen euro
- Published in Onderzoek en innovatie
Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), de Universiteit Leiden en Philips ontvangen samen ruim 2 miljoen euro van NWO om een artificial intelligence (AI) laboratorium op te zetten. Het doel van dit lab is om MRI-scans te versnellen en te verbeteren met AI. Fijn voor de patiënt, én het helpt MRI toegankelijker te maken.
Op dit moment moeten patiënten tijdens een MRI-onderzoek een kwartier tot soms wel een uur stilliggen in een nauwe, luidruchtige omgeving. Niet erg prettig. En als de patiënt toch een beetje beweegt, is de MRI-scan minder scherp waardoor afwijkingen niet goed zichtbaar zijn. Onderzoekers van de afdeling Radiologie van het LUMC, de Universiteit Leiden en Philips bundelen al sinds 2019 succesvol hun krachten om MRI-scans te versnellen met artificial intelligence (AI). Deze financiële impuls van NWO versnelt hun onderzoek.
AI aan zet
Het doel van de samenwerking is om een volledig MRI-onderzoek in minder dan vijf minuten op te nemen. Hiervoor ontwikkelen de onderzoekers AI, die met minder data nog steeds een goed MRI-beeld maakt. Dit kan de scantijd aanzienlijk verkorten. Maar de ambities van het team reiken verder dan het versnellen van de scan. De onderzoekers willen ook AI ontwikkelen die MRI-scans bestand maakt tegen bewegingen van de patiënt. Daarnaast richten ze zich specifiek op het hart. Omdat dit orgaan altijd beweegt, is een scan extra uitdagend. De onderzoekers denken met AI een grote slag te kunnen slaan als het gaat om scanduur, -kwaliteit en uiteindelijk comfort voor de patiënt.
Dit heeft niet alleen voordelen voor de patiënt, het zorgt ook voor meer efficiëntie op radiologie-afdelingen. Binnen het project wordt daarom ook gekeken naar de bijbehorende veranderingen op de werkvloer. Zo kan de effectieve inzet en acceptatie van AI MRI-scans vergroot worden door onderzoek te doen naar de impact van deze technologie op professionals die ermee werken, op de organisatie en beleidscontext waarbinnen dat plaatsvindt.
Het hele artikel lees je hier!